Artikel: ‘ADHD of gewoon druk?’

15 juli 2022 Actueel, Nieuwsbrief

ADHD of gewoon druk?

(Onterechte) diagnoses komen steeds vaker voor

Auteur: Liana Grobben

The do’s and don’ts van ADHD

Alle dagen heel druk; dat is waar de meeste mensen aan denken bij de afkorting ADHD, wat staat voor Attention Deficit Hyperactivity Disorder. Oftewel een aandachtsstoornis gecombineerd met hyperactiviteit, bestaande uit oa de symptomen: een verminderde focus, slaapproblemen, impulsief gedrag en een afwijkende controle van emoties. Het dagelijks leven van mensen met ADHD wordt hierdoor sterk belemmerd. Zo ervaren ze vaak problemen op school of op het werk, zijn eenvoudige huishoudelijke taken toch lastig en zijn ze motorisch niet alleen druk maar ook wat onhandig, bijvoorbeeld met veters strikken. Sociaal gezien, vinden niet door het stigma van de diagnose.

De diagnose ADHD kan worden gesteld door de huisarts, psycholoog of psychiater. Na het symptomen kan de huisarts zelf de diagnose ADHD stellen of doorsturen voor diagnostisch onderzoek. In dit proces is de diagnose afhankelijk van wat de cliënt vertelt, maar ook van de expertise van de deskundigen. Objectieve metingen om ADHD vast te stellen, zoals een hersenscan, is niet mogelijk. Daarom wordt er gewerkt met gestructureerde vragenlijsten en interviews over het gedrag. De afgelopen vijftien jaar steeg het aantal ADHD-diagnoses drastisch, vooral bij jongeren en kinderen, ook als ze milde symptomen hadden. Opvallend, kregen ook steeds meer meisjes het label. Het fenomeen waarbij diagnoses worden gesteld waar dat eigenlijk niet nodig is, heet overdiagnose.

Met de diagnose stijging nam ook de twijfel over de betrouwbaarheid daarvan toe. In lijn met de marktwerking in de zorg, ontpopten artikel Trouw, 2021) die soms diagnoses binnen één dag beloven. Om hier iets tegen te doen, zijn recentelijk de criteria voor het stellen van ADHD-diagnoses verscherpt. Dit ziet men overigens niet of nauwelijks terug in de cijfers wat betreft overdiagnose.

Apothekers
Er is nog geen remedie voor ADHD, maar er zijn wel therapieën en medicijnen. Die kunnen de chaos in het leven van iemand met ADHD in een wat rustiger vaarwater brengen. Het bekendste medicijn is het merk Ritalin, met het stimulerende stofje methylfenidaat. In het algemeen zorgt het voor een betere concentratie en een rustiger gevoel. Daarentegen zijn er ook vervelende bijwerkingen, zoals een verminderde eetlust, een somber gevoel, problemen met slapen, buik- en/of hoofdpijn en een verhoogde bloeddruk. Het aantal Ritalin-recepten voor kinderen tot achttien jaar is in de afgelopen tien jaar verviervoudigd (Gezondheidsraad, 2014). De beroepsvereniging voor jeugd- en kinderpsychiaters van de Nederlandse Vereniging van Psychiatrie (NVvP) maakte zich in 2014 al grote zorgen over het voorschrijven van Ritalin als een soort van ADHD werd voorgeschreven.

Naast de mogelijke lichamelijke bijwerkingen van ADHD-medicatie, kan een onterechte diagnose allerlei persoonlijke gevolgen gedragsstoornis kan zorgen voor problemen op sociaal, psychologisch en educatief vaak een rol; denken dat je een bepaalde stoornis hebt, kan ervoor zorgen dat je ook daadwerkelijk symptomen van die stoornis ontwikkelt. Die prophecy werkt ook andersom, voor de omgeving zo; een kind heeft het ADHD-label, dús kan het niet aan de ouders of aan school liggen. Het kind moet zich dus anders gedragen. Dit zou je ook kunnen stellen voor onze prestatiegerichte maatschappij, waarin veel van ons als individu wordt verwacht, maar waarin we vaak niet als uniek persoon worden behandeld.

Daarentegen moeten we ons aanpassen aan algemene voorwaarden en vaak ouderwetse systemen (artikel Trouw, 2021).
Iedereen moet zijn of haar bijdrage leveren aan de economie, waarbij goede cijfers, de hoogste opleiding en goede banen het best beloond worden. Is daar nog plaats voor mensen die wat drukker zijn, die zich wat minder goed kunnen concentreren en variatie in gedrag eigenlijk heel normaal is. Waarom worden dan die eigenschappen die voor diversiteit zorgen, bestempeld als afwijkend? Om vervolgens een heel behandelingstraject en medicatietraject in te gaan.

Kortom: als je ADHD puur vanuit de mens bekijkt, hoeft de maatschappij niet te veranderen.

Baby’s met ADHD

Opvallend in de ADHD-diagnostiek is de jonge leeftijd; uit onderzoek blijkt dat de kans op een diagnose groter is voor de jongste kinderen in de klas ten opzichte van oudere kinderen. Dit geeft de indruk dat jonge kinderen meer ADHD-gerelateerde klachten vertonen. De vraag rijst daardoor echter, onder kritische wetenschappers, of deze diagnoses wel terecht zijn? Immers zijn ook veel kenmerken van ADHD typerend voor het normale en spelende gedrag van een kind. Daarbij ontwikkelen de hersenen zich nog door totdat iemand vijfentwintig is. Dit betekent dat ADHD-achtige kenmerken kunnen stabiliseren, zonder interventies als medicijnen. Dit geldt eigenlijk ook voor de steeds vroeger startende wetenschappelijke worden gevolgd waar ze naar kijken en voor hoe lang.

Uit MRI-scans blijkt namelijk dat het babybrein continu ontwikkelt en ook qua qua volume erg snel groeit; de kleine hersenen verdubbelen zelfs de eerste drie maanden en de hersenactiviteit is bijna twee keer zo snel als die van ons. Daarbij is de omgeving waarin het kind opgroeit ook bepalend. De (ethische) vraag is dan ook of je als maatschappij moet consequenties van deze vroegdiagnostiek: onterechte diagnoses.

De vraag rijst of je niet beter kan diagnosticeren als iemand daadwerkelijk last krijgt van ADHD-kenmerken, in plaats van naar psychiatrische klachten bij kinderen te zoeken, die zelf nog niet kunnen aangeven of er echt iets is.

Gewoon ‘Druk en Dwars’

Kritische wetenschappers hebben het project Druk en Dwars (DD) opgezet. Initiatiefnemer is hoogleraar Orthopedagogiek aan de Rijksuniversiteit Groningen, Laura Batstra. DD zet zich in voor kindvriendelijke interventies onoplettend zijn. DD is van mening dat bij druk en dwars gedrag al snel wordt gesproken over ADHD, terwijl die kenmerken er ook kunnen zijn door de ontwikkelingsfase waarin het kind zit, opvoedingszaken, het schoolsysteem, etc. Het project kijkt dan ook verder dan puur naar het kind; het kijkt naar de mogelijke oorzaken van onrustig, impulsief en onoplettend gedrag. Vervolgens richt het zich op het het versterken van de opvoedomgeving van het kind. Dit mes snijdt aan twee kanten; het individuele kind kan opbloeien in een aangepaste leefomgeving en specifieke ADHD-hulp blijft beschikbaar voor kinderen die dat ook echt nodig hebben. Binnen ditzelfde project wordt er ook voorlichting gegeven over mogelijkheden voor vernieuwing in de diagnosestelling. Ze hebben een vijfstappenplan ontworpen, zogenoemde Stepped Diagnosis, waarin zorgvuldig vijf stappen worden doorlopen, zónder DSM-diagnose, namelijk: voorlichting, ouderondersteuning en leerkrachtondersteuning, om het kind én zijn of haar omgeving te ondersteunen. Pas als deze stappen onvoldoende uitwerking hebben, wordt er doorverwezen voor psychiatrische diagnostiek. Hierdoor wordt de kans op onterechte ADHD-diagnose tegengegaan.


< Terug