Terugblik op Thought for Food-webinar over geluk

8 april 2021 Actueel, BiB Public, In de media

Geluksprofessor Meike Bartels over hoe het met ons gaat na één jaar pandemie

Door: Femke Verburg

In het tweede Thought for Food-webinar op 17 maart jl., was geluksprofessor Meike Bartels te gast. Zij vertelde over ons welbevinden in deze crisistijd, hoe gelukkig of ongelukkig we zijn, en wat de relatie is tussen geluk en onze genen. Vragen die centraal stonden tijdens het webinar, waren bijvoorbeeld: waar wordt gelukkig zijn door bepaald en wat heeft de pandemie voor invloed gehad op ons welbevinden? Om ons weer een duwtje in de goede richting te geven, sloot Meike af met een aantal geluksadviezen.

Hoe bestudeer je geluk?

De fascinatie van Meike Bartels voor geluk is ontstaan toen ze aan het einde van haar promotie onderzoek deed naar de oorzaken van verschillen in gedragsproblemen en cognitie bij kinderen. Terwijl ze haar proefschrift aan het afronden was, begon ze zich steeds meer af te vragen hoe het zit met de grote groep jongeren die juist géén problemen vertoont. Ze besefte dat naast het deel van de Nederlandse bevolking dat kampt met mentale gezondheidsklachten, of risico heeft op het ontwikkelen daarvan, we ook moeten beseffen dat het met de meerderheid van de mensen goed gaat. Haar gedachte was dan ook: focus op deze meerderheid die zich gelukkig voelt en met wie het goed gaat. Door te leren van de mensen waarmee het goed gaat, kunnen patiënten met mentale problemen juist weer geholpen worden. Sindsdien is Meike in de wetenschap van geluk geboeid geraakt en gebleven. Haar focus op ‘gelukkige’ mensen, mensen met wie het juist goed gaat, is nog steeds belangrijk in haar onderzoek. Door te begrijpen waarom mensen gelukkig zijn, hoopt zij bij te kunnen dragen aan een hoger welbevinden van mensen, wat ook weer bijdraagt aan een gelukkigere maatschappij, waarin mensen goed kunnen functioneren, met een goede gezondheid en sterk sociaal netwerk.

Waarom is de ene persoon gelukkiger dan de andere?

Wetenschappers maken vaak gebruik van tweelingen om te bestuderen wat de invloed is van genen en omgevingsfactoren op bepaalde eigenschappen. Tweelingen zijn als onderzoeksparticipanten zeer geschikt, omdat eeneiige tweelingen genetisch identiek zijn, terwijl twee-eiige tweelingen maar vijftig procent van hun DNA delen (net als ‘gewone’ broers en zussen). Hierdoor kunnen de verschillen tussen genen en omgevingsfactoren goed onderzocht worden. Zo heeft een onderzoeksgroep in Amerika onderzoek gedaan naar geluk bij eeneiige tweelingen, die apart van elkaar zijn opgegroeid (Tellegen et al., 1988).

De vraag die zij zich stelden, was in hoeverre je op elkaar lijkt als je genetisch identiek bent, maar elkaar nog nooit hebt gezien. Dit onderzoek wees uit dat eeneiige tweelingen, die elkaar niet kenden, meer op elkaar lijken qua geluksgevoel dan twee-eiige tweelingen die samen zijn opgegroeid. Dit is een sterk bewijs van de invloed van genen op geluk. Verschillende studies tonen aan dat 40% van de verschillen tussen mensen in geluksgevoel komt door genetische aanleg en 60% van de verschillen door omgevingsinvloeden. Dit gaat niet over het individu, maar om de verschillen tússen mensen. Kortom, de ene persoon heeft een goede genetische aanleg en gunstige omgevingsfactoren voor het ontwikkelen van geluk vergeleken met een ander persoon (Bartels & Boomsma, 2009; Bartels, 2015; Nes & Roysamb, 2015).

Waar op het DNA en in het brein zit geluk?

Door een biologische verklaring te zoeken voor verschillen in ervaringen van geluk, is het wellicht mogelijk om mensen effectiever middels medicatie te helpen als ze zich langdurig ongelukkig blijven voelen. Daarvoor is het voor geluksonderzoekers van belang om te weten welke genen (in relatie tot het brein) een rol spelen bij geluk. Meike en haar collega’s hebben ruim driehonderd locaties in het brein gevonden, die significant gelinkt zijn aan het geluksgevoel, verspreid over alle chromosomen (Baselmans et al., 2019). Een onderdeel van de hippocampus, belangrijk voor opslaan van informatie in het geheugen, het subiculum, blijkt ook de hersenstructuur waar de meeste ‘geluksgenen’ actief zijn.

Deze bevinding is niet geheel verrassend, gezien de hippocampus ook een rol speelt bij depressie. Naast de rol van genen, richten de geluksonderzoekers zich óók op omgevingsfactoren die van invloed zijn op geluk. Vooralsnog hebben de onderzoekers gevonden dat ‘veiligheid van de directe woonomgeving’ een belangrijke factor is die het welbevinden van het individu bepaalt. Een fijne bijkomstigheid is dat je dit ook echt zou kunnen verbeteren door samen met bijvoorbeeld gemeenten te bekijken hoe de veiligheid in buurten of wijken kan worden verhoogd.

Wat is de invloed van de coronacrisi op ons geluksgevoel?

Toen de corona pandemie uitbrak, heeft het onderzoeksteam van Meike een vragenlijst opgesteld om te onderzoeken wat het gevolg is van de pandemie op het welbevinden van meer dan 6000 volwassenen. Het onderzoek loopt nog, maar er zijn nu al opvallende resultaten gevonden in de beleving van geluk tijdens de verschillende fases van de pandemie. Zo bleek dat bepaalde subgroepen zich tijdens de pandemie beduidend slechter voelden. Er was sprake van 20% minder optimisme, 15% minder zingeving en een afname van 50% in de kwaliteit van leven. De negatieve gevolgen van de pandemie zijn het sterkst bevonden voor vrouwen en hoog opgeleide mensen, bijvoorbeeld doordat vrouwen toch vaker met huishoudelijke taken en de zorg voor de kinderen kwamen te zitten.
Gelukkig bleek 60% van de populatie stabiel te scoren op het gebied van optimisme, zingeving en de waardering van de eigen gezondheid. “Hieruit spreekt veerkracht bij mensen”, benadrukte Meike Bartels tijdens deze tweede ‘Thought for Foord’ sessie. Daarbij zijn er ook mensen die zich juist gelukkiger zijn gaan voelen tijdens de coronapandemie. Óók deze gegevens zijn erg interessant en leerzaam voor het onderzoek.

Over het algemeen laat het onderzoek zien dat er tijdens de pandemie meer omgevingsfactoren bij zijn gekomen die het verschil in geluk tussen mensen kunnen verklaren. Doordat mensen zo verschillend zijn, is dit voor sommigen negatief uitgevallen, maar heeft dit voor anderen juist positief uitgepakt. Bij een vergelijkbaar onderzoek bij kinderen en jongeren wordt een soortgelijk beeld gevonden. Er is wel degelijk een stijging van problematiek in bepaalde groepen, die we op korte en lange termijn zullen terugzien in de maatschappij. Maar een grote groep is juist heel veerkrachtig en dat is natuurlijk hoopgevend.

Geluksadviezen van Meike Bartels

  • Count your blessings: Neem iedere dag even de tijd om op te schrijven wat er goed ging vandaag, wat er goed gaat in je leven en wat je allemaal wél (in plaats van niét) hebt.
  • Practicing optimism: Probeer het gesprek dat je over de dag voert met vrienden en familie om te zetten in een optimistisch daglicht. Wat was het leukste moment van vandaag? Waar heb je het hardst om gelachen? Wat was het minst leuke moment, maar wat heb je ervan geleerd?

Disclaimer: Dit werkt niet voor iedereen, omdat we allemaal verschillend zijn. Soms moet je je tactiek aanpassen naar wat voor jou werkt. Probeer het, maar stop ook als het op dat moment niet lukt. Over het algemeen kunnen yoga, buiten zijn en sporten goed helpen om gelukkiger te zijn, maar blijf dicht bij jezelf. Doe wat bij jou past.

Over de auteur

Femke Verburg studeert Neurowetenschappen aan de Vrije Universiteit Amsterdam en combineert haar studie met het Philosophy in Neurosciences programma, ook aan de VU. Haar passie en enthousiasme voor de neurowetenschap wil zij inzetten om haar kennis te delen met een breder publiek.

Houd 21 april vrij voor de volgende Thought for food lunchseminar!

Referenties

Bartels, M. (2015). Genetics of Wellbeing and Its Components Satisfaction with Life, Happiness, and Quality of Life: A Review and Meta-analysis of Heritability Studies. Behavior Genetics 45,137–156.

Bartels M, Boomsma DI. (2009). Born to be happy? The etiology of subjective well-being. Behavior Genetics, 39(6), 605-15.

Baselmans BML, Jansen R, Ip HF, van Dongen J, Abdellaoui A, van de Weijer MP, Bao Y, Smart M, Kumari M, Willemsen G, Hottenga JJ; BIOS consortium; Social Science Genetic Association Consortium, Boomsma DI, de Geus EJC, Nivard MG, Bartels M. (2019). Multivariate genome-wide analyses of the well-being spectrum. Nature Genetics, 51(3):445-451.

Røysamb,  E.,  &  Nes,  R.  B.  (2018).  The  genetics  of  wellbeing.  In  E.  Diener,  S.  Oishi,  &  L.  Tay

(Eds.), Handbook of well-being.

Røysamb,  E.,  &  Nes,  R.  B.  (2018).  The  genetics  of  wellbeing.  In  E.  Diener,  S.  Oishi,  &  L.  Tay

(Eds.), Handbook of well-being.

Røysamb, E., & Nes, R. B. (2018). The genetics of wellbeing. Handbook of well-being.

Tellegen, A., Lykken, D. T., Bouchard, T. J., Wilcox, K. J., Segal, N. L., & Rich, S. (1988). Personality similarity in twins reared apart and together. Journal of Personality and Social Psychology, 54(6), 1031–1039.  


< Terug