Mijn eigen onderzoek #KNWblogs

22 februari 2013 Blogs

Vorige week had ik beloofd wat meer te vertellen over het onderzoek wat ik zelf ga uitvoeren. Voor ik in detail kan treden over dit onderzoek zijn er wel een aantal dingen die belangrijk zijn om te begrijpen. Ik zal proberen deze in het kort uit te leggen.

Geschreven door Kenneth Hulst

De hersenen worden heel globaal in gedeeld in schors (grijze stof) en witte stof (verbindende banen tussen grijze stof gebieden). Behalve de schors zijn er ook grijze stof gebieden die niet aan de buitenkant van het brein liggen, maar dieper naar binnen; de diepe grijze kernen (subcorticale grijze stof). Bijna alle gebieden van de hersenen hebben een naam gekregen. De diepe grijze stof bestaat onder andere uit de hippocampus en de amygdala. Er zijn nog (veel) meer diepe grijze stof gebieden, maar dat is voor het begrijpen van mijn onderzoek niet heel belangrijk. Ik zal heel kort de amygdala en hippocampus toelichten.

De amygdala

Dit wordt ook wel de amandelkern genoemd. Je hebt er twee van in het brein, in elke temporaalkwab (slaapkwab) een. De amygdala is betrokken bij meerdere processen. Een van de functies is het koppelen van zintuigelijke informatie aan emoties. Een ervaring wordt door de amygdala emotioneel beoordeeld en zo in het geheugen opgeslagen. Door het koppelen van emoties aan ervaringen wordt het geheugen versterkt. Dit weet je waarschijnlijk zelf uit ervaring; iets waarvan je bijvoorbeeld heel erg geschrokken bent, onthoud je gemakkelijker dan iets wat saai was en waarbij je vrijwel geen emotie voelde. De amygdala werkt nauw samen met de hippocampus als het gaat om geheugenopslag. Samen vormen zij het korte termijngeheugen. Na een tijdje zullen deze herinneringen worden opgeslagen in de hersenschors, waar het lange termijngeheugen zich bevindt. Voor een goed functionerend geheugen heb je dus zowel een intacte hersenschors alsmede de amygdalae en hippocampi nodig.

De hippocampus

Deze kwam bij de bespreking van de amygdala al even aan de orde. De hippocampus speelt een belangrijke rol bij het opslaan van nieuwe informatie. Bij de ziekte van Alzheimer is de hippocampus een van de eerste hersengebieden die raakt aangetast. Hierdoor ontstaan dan stoornissen in oriëntatie en het geheugen. Bij mensen met MS zijn er stukjes van de hersenen en het ruggenmerg aangetast. In de geneeskunde noemen we een stukje afwijkend weefsel een laesie. Bij mensen met MS kunnen deze laesies in de hippocampus zelf voorkomen, of de verbindingen (witte stof) van en naar de hippocampus kunnen zijn aangetast waardoor er problemen met het opslaan van (nieuwe) informatie kunnen ontstaan. Dit kan zich dan uiten als een verminderd cognitief functioneren, omdat het geheugen een onderdeel is van de cognitie. In de blog van week 3 zal ik iets meer vertellen over cognitie.


Hier kun je op een (coronale) doorsnede van de hersenen zien waar de amygdala en hippocampus zitten

Een heleboel informatie

Zo, dat was veel inhoudelijke informatie. Ik hoop dat het een beetje te volgen was. Ik ben er uitgebreider op in gegaan dan ik van plan was, dus volgende week hoop ik dan echt te kunnen vertellen over mijn eigen onderzoek. Ik hoop dat je net als ik begint te beseffen wat een wonderlijk orgaan ons brein is!

Oh ja, voor ik het vergeet: mijn indrukken van de tweede week

Ik begin er eindelijk een beetje in te komen. Het zijn best lange dagen achter de computer. Ik ben vooral bezig om data te verwerken om te kunnen gebruiken in statistische analyses. Dat wil zeggen dat ik op gemaakte hersenscans met behulp van computertechnieken de subcorticale structuren opspoor en hier het volume van bepaal. Volgende week laat ik je een plaatje zien van hoe dit er uit ziet. Gelukkig wordt het computerwerk af en toe ook afgewisseld met werkoverleggen en op de vrijdag is er een overleg waar mensen presenteren over hun eigen onderzoek. Dat is erg leerzaam en leuk!

Tot de volgende keer!

Ik hoop dat je volgende week ook weer mijn blog zal lezen, ik kijk er naar uit om je meer over mijn onderzoek te kunnen vertellen!


< Terug