Hersenles Berlage Lyceum – deel 2

5 april 2013 BiB Kids

berlage2_thumb

Na de les op 27 maart was het inderdaad nog niet voorbij voor de 23 enthousiaste 4HAVO scholieren! Op 3 april was Brein in Beeld terug op het Berlage Lyceum voor de tweede en laatste les. Dit keer kwamen we met 5 onderzoekers (Eva Strijbis, arts-onderzoeker, Hanneke Hulst, neurowetenschapper, Lucie van Leeuwen, student, Rosanne Govaarts, student, Thomas Goldschmidt, arts-onderzoeker).


In de eerste les lag vooral nadruk op hersenfunctie, het testen van reflexen en de hand-armfunctie, en het bekijken van neuronen en hersenplakjes. Tijdens deze tweede les werd er dieper ingegaan op de cognitieve functies van het brein (zoals aandacht, concentratie, geheugen, leren etc).

Tijdens de inleiding werd uitgelegd bij welke cognitieve functies de hersenen een rol spelen en hoe deze functies in de praktijk kunnen worden getest met behulp van neuropsychologische testen.

Als hoogtepunt van dit korte college werd klassikaal de zogenaamde “Stroop” test gedaan, waarmee aandacht en inhibitie kunnen worden getest. Bij deze test moesten de leerlingen allereerst hardop de namen van kleuren voorlezen (rood-blauw-geel-groen) en daarna kleuren van vierkantjes benoemen. Vervolgens moesten ze de kleur van de inkt benoemen waarin het woord gedrukt stond, in plaats van het woord voor te lezen (groen-rood-blauw-geel). Hierbij moet de eerste impuls, namelijk het direct voorlezen van de letters worden onderdrukt voor een normaal minder belangrijk signaal, de kleur. De taak werd door de leerlingen enthousiast uitgevoerd. Achterin het lokaal stond een meisje zelfs op van haar stoel, om zo goed mogelijk de woorden te kunnen lezen. Wat een enthousiasme!

Vervolgens moesten de leerlingen zelf aan de slag in tweetallen, afwisselend in de rol van testleider (neuropsycholoog) of testpersoon (patiënt). Er werden in totaal vier verschillende tests geoefend waarbij verschillende cognitieve vaardigheden aan bod kwamen. Zo werden onder andere het werkgeheugen, de snelheid van informatieverwerking, het ruimtelijk geheugen en de verbale intelligentie getest. Behalve elkaar te testen was er bij elk onderdeel ook een professioneel begeleider aanwezig om de leerlingen te helpen. Na elke test moesten de scholieren vragen beantwoorden over welk cognitief domein ze hadden getest, in welke situatie/ziekte je in dit domein achteruitgang zou kunnen meten, of er verschillen zijn tussen mannen en vrouwen en of oude en jonge mensen. Zo werden de leerlingen zo goed mogelijk voorbereid op de opdracht die voor 10% meetelt voor het schoolexamen cijfer.

Het lesuur was voorbij voordat scholieren en onderzoekers met hun ogen konden knipperen. Na afloop van de les kwam een stoer uitziende jongen nog een vraag stellen “Mevrouw, hoe zit het nou precies als je ouder wordt, zijn je neuronen dan versleten ofzo? Waardoor je langzamer bent?” Het maakt mij als onderzoeker super gelukkig om te zien dat deze nieuwe generatie al op jonge leeftijd kennis maakt met de hersenen en hersenonderzoek, en hierover nadenkt. Dat de hersenen ook hip zijn voor jongeren is duidelijk te merken aan het enthousiasme en de fascinatie waarmee de scholieren aan de slag gingen tijdens deze twee lessen. “Dit was echt een super leuke les!” was dan ook een van de reacties die ik achteraf kreeg.

Ook de Biologie docente, Aafke Oldenbeuving, was enthousiast: “Een bezoekje van hersenonderzoeker Hanneke Hulst van de Stichting Brein in Beeld geldt voor mijn leerlingen en mijzelf als één van de hoogtepunten van HAVO 4. Ze komt niet alleen, maar liefst vier hersenonderzoekers neemt ze mee, allen vol enthousiasme. Resultaat: leerlingen die van het begin van de les tot aan het eind geboeid bezig zijn met hersenen. Geweldig om te zien! Het lesprogramma zit goed in elkaar en de leerlingen kunnen met eenvoudige testjes die ‘ook in het echt gebruikt worden’ al snel aan de slag. Mijn leerlingen hebben veel geleerd over hersenen en over onderzoek doen. En ik ook.”


< Terug