Werken, werken, werken… werkt dat?

22 juli 2012 Blogs

Het is tien uur ’s avonds en ben eindelijk klaar met het inzetten van een experiment. Ik loop naar de algemene computer ruimte om mijn jas te halen om naar huis te gaan. Daar zitten de meesten van mijn collega’s nog achter hun bureau te werken. De volgende dag moet iedereen om half tien aanwezig zijn op de werkbespreking en ik vind het nu dus wel mooi geweest voor vandaag. Het is hier echter heel normaal om langer dan twaalf uur per dag te werken, iets waar ik nog helemaal niet aan gewend ben. Enkele onder hen lunchen en dineren zelfs achter hun bureau, en zijn dus nauwelijks weg te denken van die plek. Ze kennen het fenomeen weekend wel, maar daar wordt niet zo veel gebruik van gemaakt. Wat is de reden dat mijn Japanse collega’s zo lang werken? Hoe efficiënt is het om al maar te werken? In dit eerste deel zal ik uitleggen wat mijn Japanse collega’s er toe heeft gezet om met hun werk te trouwen.

Geschreven door Bart van Dijk

Hayashi-san werkt al twee jaar -afgezien van een enkele absentie door ziekte- van 10 uur ochtends tot 10 uur ’s avonds, van maandag tot en met zondag, zonder vrije dagen op te nemen. Daarmee is ze niet de enige op het laboratorium, verscheidene collega’s lijken geen sociaal leven meer te hebben buiten het werk. Hayashi-san zegt wel jaloers te zijn op de Nederlandse werktijden, het liefst zou ze ook vrije avonden willen hebben, maar dat gaat volgens haar niet. “Het werk moet af, en er is altijd nog wel wat te doen, en zo niet, dan lees ik wel een nieuw gepubliceerd artikel.” Het lijkt wel een soort verslaving. Er moet gewerkt worden en een sociaal leven past daar niet bij. Er is ook een groepsdruk ontstaan, zolang iedereen lang door werkt is het ongepast om eerder weg te gaan. Dat merk ik zelf ook wel, het is alsof je de zwakste schakel bent, ook al is het al 9 uur in de avond als ik naar huis wil. Twee andere collega’s met wie ik vaak lunch, Obashi-san en Higashi-san, vertellen dat ze alleen in hun eigen appartement wonen en niet weten wie er naast hen woont. Ze vinden het heel saai om thuis te zijn, dus zitten ze liever op het laboratorium waar ze wel sociale contacten hebben. Ze werken dus door en komen alleen thuis om te slapen, verder hebben ze er niets te zoeken. Het is overigens niet zo dat we op het werk moeten zijn zolang de professor aanwezig is. Dat zou betekenen dat ik nooit meer weg kan, hij lijkt hier altijd te zijn. Het is ook niet zo dat de werkdruk erg hoog is, iedereen is verantwoordelijk voor zijn of haar eigen onderzoek en daar naast wordt er niet meer werk opgelegd. Het lijkt er dus op dat de lange werktijden tot stand komen door een combinatie van werkverslaving en het ontbreken van een sociaal leven buiten het werk.

Of het ook efficiënter is om zo lang door te werken is nog maar de vraag. Het aantal experimenten dat hier uitgevoerd wordt ligt niet hoger dan in de laboratoria waar ik in Nederland heb gewerkt. Ook het aantal publicaties lijkt laag te zijn. Er werken hier ongeveer 20 onderzoekers met elk hun eigen onderzoek, maar de dubbele uren hebben tot geen enkele publicatie geleid in de afgelopen twee jaar. Ik heb het idee dat men de focus verliest als er teveel gewerkt wordt. Er is weinig tijd is voor reflectie. Werkoverleg is er nauwelijks, en maar eens in de twee a drie maanden komt je onderzoek aan bod tijdens de wekelijkse vergadering. Ook wordt er door enkele collega’s geen tijd genomen om te lunchen of dineren. De collega’s die nooit buiten het laboratorium lunchen nemen overigens voedingssupplementen met calcium en vitamine D voor sterke botten. Vitamine D wordt van nature aangemaakt door zonlicht, maar daar stellen ze zich niet zo vaak aan bloot. Vitamine D zou daarbij ook helpen tegen depressie, wat mooi meegenomen is, gezien de kans op depressie bij het maken van teveel overuren.

Ik heb mij in de afgelopen maand zo goed mogelijk aangepast aan de Japanse werktijden. Door lang door te werken heb ik dan ook veel werk verricht, maar of ik mijn tijd door dat vele werk ook effectief besteed heb kan ik nog niet zeggen. Sociaal gezien ken ik nog vrijwel niemand naast mijn collega’s, wat het leven buiten het werk wel saai maakt. Hierdoor blijf ik liever nog wat langer op mijn werk. Doorwerken in het weekend daarentegen is iets waar ik nu wel een hekel aan begin te krijgen. Zoals slaap er voor zorgt dat nieuwe informatie verwerkt wordt in het brein, zo zou een dag rust overzicht op de bezigheden van je werk kunnen brengen. Om productief te blijven probeer ik buiten de werkplek te lunchen en dineren, ook vindt daar tot nu toe het meeste werkoverleg plaats. Ik denk dat ik de komende maand wat meer vrij ga nemen om wat meer energie te stoppen in sociale contacten buiten het werk. Ik vind dat ik daar wel recht op heb, gezien de kans op een depressie, verlaagde productiviteit, of een burn out door te weinig vrije uren. Mijn Japanse collega’s zullen daar wel anders over denken, maar die zijn nu eenmaal gewend aan de Japanse werkcultuur.


< Terug